Van toen tot nu

Een geschiedenis van Roemenië

Roemenië is altijd een smeltkroes van volkeren geweest. Het is heel moeilijk te bepalen wie er het eerste in het land was. Bovendien ziet het grondgebied van Roemenië er pas sinds 1920 in de huidige vorm uit. Toen werd Transylvanië bij Roemenië gevoegd. De geschiedenis van Roemenië blijft dus de geschiedenis van haar delen.

Van het stenen tijdperk is weinig bekend. Er zijn wat beeldjes gevonden. De Grieken hebben zich als handelaars gevestigd aan de Zwarte Zee. In het binnenland kwamen ze in contact met de Daciërs, die zij Gethen noemden. De Daciërs vermengden zich met de Romeinen, die zich onder leiding van Keizer Traianus in Roemenië vestigden. De bekendste stden werden Cluj Napoca en Alba Iulia. De hoofdstad werd Sarmizegetusa, waarvan de resten zijn teruggevonden. Veel ervan moet nog uitgegraven worden. Het betrof een land met een Romaanse taal en een christelijke godsdienst.

De Romeinen trokken zich in de tweede helft van de derde eeuw terug. Het land werd daarna door allerlei volksstammen bezet. Er komt pas duidelijkheid in de 13e eeuw als het Hongaarse rijk zich uitbreidt. Hun koning Geza II vroeg Duitse emigranten zich te vestigen in Transylvanië. De Roemenen praten nu over Saksen, maar waarschijnlijk kwamen zij ook uit Luxemburg en zelfs uit zuid-Nederland. In de 14e eeuw ontstaan ten oosten en ten zuiden van de Karpaten de Roemeenstalige vorstendommen Moldavië en Walachije. Enkele leiders van hen zijn legendarisch geworden: Stefan de Grote, Mihai Viteazul en Vlad Tepes. Lange tijd heeft Roemenië last van Turkse invallen. Zij maakten er een vazalstaat van, met een belastingplicht. Alleen Michael de Moedige (Mihai Viteazul) lukte het om in Alba Iulia enkele jaren een onafhankelijk Roemenië te stichten. De Walachijse cultuurvorst Brâncoveanu werd met zijn hele familie door de Turken onthoofd.

In 1848 begon in Roemenië een grote democratische revolutie geleid door Balcescu en Avram Iancu. In 1862 kozen Walachije en Moldavië kolonel Cuza tot leider. De staat Roemenië ontstond onder protectoraat van Rusland. In 1866 werd Carol I de eerste koning van het land. In 1885 verklaarde de Roemeens Orthodoxe Kerk zich onafhankelijk van de Griekse. Na Carol I volgt Ferdinand I in 1914. In de eerste wereldoorlog kiezen de Roemenen de zijde van Frankrijk en Engeland. Na de oorlog werd Transylvanië losgemaakt van het Oostenrijk-Hongaarse keizerrijk en bij Roemenië gevoegd.

In 1927 komt Carol II op de troon. In 1938 ontbindt hij het parlement en regeert als dictator. In 1940 wordt hij gedwongen afstand te doen en wordt zijn minderjarige zoon Mihai op de troon gezet. Hij moet samenwerken met Antonesco. Er wordt een verbond gesloten met Duitsland. In 1944 worden de Duitsers uit het land verdreven. Plotseling kiezen de Roemenen de kant van de Geallieerden en met name van Rusland.

In 1947 wordt Roemenië een vazalstaat van de Sovjetunie, zoals afgesproken op Jalta. De monarchie wordt afgeschaft en communisme ingevoerd. Sinds enige tijd mag de oude koning, die in Zwitserland woont, zijn land weer bezoeken en zijn enige van zijn bezittingen weer teruggegeven. De communisten zorgen voor duizenden arrestaties. Velen worden in gevangenissen gezet (Aiud, Gherla, Sighetu Marmatiei). Anderen moeten helpen bij het aanleggen van het Heldenkanaal, een kortere verbinding van de Donau naar de Zwarte Zee, waarbij veel arbeiders sterven. De nadruk van de regering wordt gelegd op de landbouwcollectivisatie. De Russen maken van Roemenië de graanschuur van Europa. Onder Gheorghiu-Dej gaat het land een onafhankelijker buitenlandse politiek voeren. Zo blijven er wel politieke betrekkingen met China en Israël en doet Roemenië niet mee bij het ingrijpen bij de Praagse lente in Tsjecho-Slowakije in 1968.

Tijdens Ceausescu wordt Roemenië geïndustrialiseerd. De overblijfselen van deze industriële complexen staan nog in het land: Copsa Mica en Hunedoara, bijvoorbeeld. Om het platteland te ontwikkelen, moeten allerlei dorpen worden ontruimd en afgebroken. In het buitenland protesteerde Opération Villages Roumain (OVR) tegen deze systematisering. De securitate, de geheime dienst, controleerde de bevolking. Ceaucescu wilde grote gezinnen om een groot en machtig Roemeens volk te krijgen. In Boekarest werd het Volkspaleis gebouwd. In 1989 wordt Ceausescu geëxecuteerd.

De oud-communist Iliescu werd de eerste president van het vrije Roemenië. In 1991 is er een opstand van de mijnwekers uit Târgu Jui, die naar Boekarest marcheren. De opstand onder leiding van Cozma, wordt bloedig neergeslagen. In 1996 werd Iliescu opgevolgd door door de rechtse Constantinescu. Politiek sluit Roemenië zich aan bij het westen en de NAVO. In 2000 komt Iliescu weer terug. In december 2004 wordt Basescu, oud-burgemeester van Boekarest, tot president gekozen. Vanaf 1 januari 2007 is het land lid van de Europese Unie. Vanaf 2015 is de president Klaus Iohannis, de Saksische oud-burgemeester van Sibiu.

Het Roemeense Volkslied

De woorden zijn van Andrei Muresan (1816-1863), de muziek is gecomponeerd door Anton Pann (1796-1863). Het lied werd voor het eerst in 1848 in Ramnicu Valcea gezongen. Op de volgende bladzij staat veel informatie en de tekst: www.presidency.ro/index.php?_RID=htm&id=13